Verdwijnt de wiskundedocent in Nederland?
De Vlaamse Vereniging van Wiskundeleraars onderhoudt nauwe contacten met de Nederlandse zustervereniging NVVW.
Dit weekend werd mijn aandacht getrokken door een artikel over het nijpende tekort aan wiskundeleraars in Nederland.
Bij het lezen van dit artikel kunnen een aantal parallellen met het Vlaamse wiskundeonderwijs worden getrokken…
Op woensdag 7 november 2018 publiceerde de Nederlandse Onderwijsraad het advies “Ruim baan voor leraren”. In dat advies wordt een totaal andere opzet van de lerarenopleiding bepleit. Als de voorstellen worden overgenomen, komt er een een soort basisopleiding leraar waarna de student zich in verschillende richtingen kan specialiseren. Wat betekent dit voor de opleiding tot leraar wiskunde?
De Onderwijsraad denkt in dit advies onder andere aan de specialisatie ‘leraar beta-vakken 10-14 jarigen’. Met deze specialisatie mag een docent de vakken wiskunde, scheikunde en biologie in de onderbouw van het voortgezet onderwijs geven. Ook mag de docent met die specialisatie natuur en rekenen geven in de bovenbouw van het primair onderwijs.
Het toenemend tekort aan leraren speelt binnen het advies van de Onderwijsraad een belangrijke rol. Door de leraren in primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs meer als één groep te beschouwen en de schotten tussen schoolsoorten en vakken weg te nemen, hoopt men flexibeler in te kunnen spelen op de behoefte aan docenten.
Op dit moment is het lerarentekort in het primair onderwijs in Nederland het meest nijpend. Binnen het voortgezet onderwijs bestaan er wat betreft het lerarentekort grote verschillen tussen vakken als informatica en scheikunde enerzijds en biologie anderzijds. De huidige regeling van bevoegdheden ziet de Onderwijsraad tegen die achtergrond als een belemmering. Leraren zouden breder inzetbaar moeten zijn. Een bijkomend voordeel is volgens de Onderwijsraad dat door de nieuwe opzet het beroep van leraar aantrekkelijker wordt omdat het loopbaan- en ontwikkelingsperspectief van de docent gunstiger wordt.
Brede generieke basis
De Onderwijsraad is van mening dat verruiming van de onderwijsbevoegdheden van leraren mogelijk is omdat de essentie van het beroep voor alle sectoren en vakinhouden gelijk is. Een brede basis van pedagogische en didactische kennis en vaardigheden is de kern van het lerarenberoep. De raad vindt daarom dat de lerarenopleiding moet beginnen met het aanbrengen van een brede, generieke en vakonafhankelijke basis van sector- en vakoverstijgende kennis en vaardigheden. Dat moet gelden voor alle aankomende docenten, of zij nu later de voorschoolse educatie gaan verzorgen of les zullen gaan geven op havo, vwo of mbo. Voor een onderwijsbevoegdheid moet de aankomende docent zich na dit algemene deel specialiseren voor een cluster van verwante vakken en/of onderwijssectoren.
Clusters
Een van de clusters die met name genoemd wordt, is het betà-cluster voor 10-14 jarigen. Iemand met die bevoegdheid zou dan onderwijs in wiskunde, biologie, scheikunde en natuurkunde mogen verzorgen in de onderbouw van vmbo, havo en vwo maar ook in de groepen 4, 5 en 6 van het po. De specialisatie voor een cluster kan worden verbreed en/of verdiept. Na de verdieping ‘bèta met natuurkunde en wiskunde’ zou de leraar dan bijvoorbeeld ook bevoegd zijn voor de vakken wiskunde en natuurkunde in de bovenbouw van het havo en vwo
Academici
Het rapport laat de mogelijkheid open dat iemand ook na bijvoorbeeld een academische wiskundestudie les kan gaan geven
Je kunt in deze opzet dus nog steeds wiskundedocent worden na of in combinatie met een wiskundestudie. Tot voor kort zag men dat als de koninklijke weg naar het wiskundedocentschap. Het lijkt er een beetje op dat die koninklijke weg in het advies van de Onderwijsraad nu meer een sluipweggetje is geworden
NVvW: zorgelijk
Voorzitter Ebrina Smallegange van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren (NVvW) noemt het advies van de Onderwijsraad een “zorgelijk stuk”. Het advies gaat volgens Smallegange over loopbanen en niet over onderwijs. Er wordt te weinig aandacht besteed aan de vakopleiding en te veel overgelaten aan de scholen. Een wiskundedocent kun je niet zomaar natuurkunde laten geven.