Vlaamse Vereniging WiskundeLeraars vzw

49 jaar! -

Welkom op website.

Behoort u tot de middenklasse?

In de weekendeditie van de krant “De Standaard van 30 april 2022” werd er een interessant artikel gepubliceerd waarin een aantal criteria werden opgesomd om te controleren tot welke inkomensklasse een gezin behoort.

De bijhorende grafiek kan ongetwijfeld stof tot discussie opleveren in de les.

Het kunnen interpreteren van grafieken is één van de belangrijke vaardigheden waarover leerlingen moeten beschikken.

<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<

Artikel 30/03/2022 Dries De Smet dds

Voor een deel van de lage middenklasse wordt het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Maar wie zit in de lage middenklasse? En tot welke inkomensklasse ­behoort iemand met uw inkomen?

Er is geen eenduidige definitie van die klassen, dus ook niet van ‘de middenklasse’. Het is vaak een leeg begrip. Politici bedoelen met de term iedereen die niet straatarm is. Journalist Benjamin Lee omschrijft de middenklasse als diegenen met ‘middenklasseproblemen’, genre ‘waar heb ik mijn meloenballetjesmaker gelaten?’.

Maar er zijn ook objectievere definities op basis van het inkomen. Doorgaans begint de middenklasse waar de armoede stopt. De grens ligt op 60 procent van het mediane ­gezinsinkomen, het inkomen waar de helft van de Belgen onder zit en de andere helft boven. Waar de middenklasse eindigt, de ­bovengrens, is minder duidelijk. Eén gehanteerde definitie is bij het dubbele van dat ­mediane inkomen. Wie daarboven zit, is rijk.

De klassebepaling wordt per gezin ­gemaakt. Omdat de levenstandaard vergeleken wordt, wordt niet simpelweg het inkomen door het aantal gezinsleden gedeeld. Een koppel met samen 4.000 euro inkomsten per maand (netto) heeft een hogere ­levensstandaard dan een alleenstaande met 2.000 euro, omdat ze heel wat zaken maar één keer moeten aankopen (en dus meer overhouden). Dus telt de tweede volwassene voor slechts een half. Zo is een koppel met 3.000 euro even ‘rijk’ als een alleenstaande met 2.000 euro.

Op die manier kunt u zelf berekenen tot welke inkomensklasse u behoort. U telt alle gezinsinkomsten bijeen. Daarin zitten nettolonen, uitkeringen, pensioenen, (eindejaars)premies, kinderbijslag, rente, huurinkomsten, … ­Vervolgens berekent u de ‘equivalente’ ­gezinsgrootte: 1 voor de eerste volwassene, vervolgens 0,5 per huisgenoot ouder dan veertien jaar en 0,3 per jong kind. Met die ­gegevens kunt u op de grafiek aflezen waar u zich bevindt in de inkomensverdeling.

Die klassegrenzen zijn arbitrair, en niet ­alles wordt meegenomen. Zo wordt geen ­rekening gehouden met financiële reserves of met de job, die ook de sociale status ­bepaalt.

Volgens die criteria is een op de zes in ons land arm, blijkt uit cijfers van professor sociaal beleid Wim Van Lancker (KU Leuven). 4,5 procent is rijk. Dat betekent dus ook dat ­bijna 80 procent tot de middenklasse ­behoort. In die zin is het niet verwonderlijk dat een grote groep mensen zich tot de middenklasse rekent.