Vlaamse Vereniging WiskundeLeraars vzw

50 jaar! -

Welkom op website.

Overpeinzingen

Sinds 2015 dalen de prestaties van Vlaamse leerlingen voor wiskunde en wetenschappen sterk, terwijl de meeste andere landen stabiel blijven of beter doen. Steeds meer leerlingen halen het basisniveau niet, en ook de sterkere vallen nu terug. Dat blijkt uit de resultaten van het internationale TIMMS-onderzoek bij leerlingen van de vierde klas van ons basisonderwijs.
Hierbij enkele bedenkingen van drie experten die als sprekers aanwezig waren op de voorbije dagen van wiskunde (november 2024). Telkens staat vermeld waar je de volledige tekst van het interview kunt terugvinden.
Interview met Filip Moons
https://www.standaard.be/cnt/dmf20241204_97831731
“We zijn school minder belangrijk gaan vinden in één generatie tijd. Dat draai je niet terug in een vingerknip”
Hoe krijgen we alle Vlaamse leerlingen mee?
“Ik wil benadrukken dat, hoewel we dat nog niet zien in de resultaten, er een kentering op komst is. Terugkeren naar de essentie zal ons veel vooruithelpen, want ik geloof echt dat we met onze huidige leerkrachten en leerlingen kunnen staan waar we moeten staan. Voormalig Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) heeft veel pogingen gedaan om de kar te keren, maar daarvan zien we het effect nog niet. Het zal nog vijf jaar duren vooraleer we daar enige conclusies uit kunnen trekken. Huidig minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) vindt dat het niveau zowel in het kleuteronderwijs als in de lerarenopleidingen een pak hoger mag. Dat vind ik ook. Vroeger was de school streng, misschien was dat niet slecht.”
*********************************************************
Interview met Els Vanlommel
https://www.knack.be/nieuws/belgie/onderwijs/van-wereldtop-naar-grijze-middelmaat-vlaamse-leerlingen-presteren-steeds-minder-goed-in-wiskunde-en-wetenschappen/
Hoe verklaart u dat het niveau in Vlaanderen nog sneller dan elders daalt?
“ Wat zeker in onze lagere scholen een belangrijke rol speelt, is de vaagheid van de leerplannen. Ik ben heel erg voor professionele autonomie, maar dat is niet hetzelfde als de vrijheid om zomaar wat te doen. Hier zie ik een belangrijk verschil met bijvoorbeeld Groot-Brittannië, dat in internationaal onderzoek juist erg goed presteert. Wiskundeleraren krijgen er een strikt, helder afgebakend curriculum voorgeschoteld. Dat is nodig omdat een stapsgewijze opbouw in wiskunde enorm belangrijk is. Alles vertrekt van een gefundeerde, stevige basis. Als die er niet is, bouw je op los zand en gaat het mis.
Om een voorbeeld te geven: als je de tafels van vermenigvuldiging niet kent, kom je in de problemen als je breuken moet optellen. Om breuken op te tellen moet je immers noemers gelijknamig maken en vermenigvuldigen. Leerlingen die de tafels niet voldoende geautomatiseerd hebben, zullen bij dat optellen van breuken nog te veel werkruimte in de hersens moeten aanspreken om die tafels te reproduceren, met als gevolg dat er geen plaats is voor de volgende stap. Dat lijkt misschien logisch, maar zeker beginnende leerkrachten hebben een grote behoefte aan duidelijke leidraad. Ik heb daar ook alle begrip voor.
Van leerkrachten wordt, om de eerder genoemde redenen, al heel veel gevraagd. Je kunt niet van ze verwachten dat ze die vage leerdoelen ook nog eens zelf vertalen naar een samenhangend curriculum. Dat moeten experten voor hen doen. Dat is zeker zo in tijden van lerarentekort, waarin ook minder sterke profielen in het onderwijs terechtkomen.”
*********************************************************
Interview met Els Van Emelen
https://www.knack.be/nieuws/belgie/onderwijs/wat-er-misloopt-in-het-wiskundeonderwijs-en-hoe-we-het-kunnen-herstellen/
De hoogte van de lat
“Met de invoering van de eindtermen heeft het onderwijsbeleid zich gericht op ‘haalbare doelen’. Dit is geen onlogische keuze, alleen zorgt dit ervoor dat er vooral geoefend wordt op leerstof onder de lat. Daardoor komen een aantal essentiële vaardigheden of inzichten nog weinig of niet meer aan bod. Een voorbeeld is het rekenen met breuken. Waar kinderen vroeger complexe operaties met breuken leerden, beperken de huidige eindtermen zich tot eenvoudige optellingen, aftrekkingen of vermenigvuldigen met een getal.
Het is jammer dat we niet meer vertrouwen hebben in het potentieel van leerlingen. Zoals professor onderwijspsychologie Wim Van den Broeck treffend zegt: “Een kind komt altijd uit waar de lat voor hem wordt gelegd. Niet hoger.” Als we de lat laag leggen, beperken we dit groeipotentieel. Een hoogspringer die altijd onder zijn persoonlijk record oefent, heeft weinig kans om dit te verbeteren. Juist door hoger te springen zijn we zeker dat de essentiële vaardigheden worden geautomatiseerd.”
********************************************************************************
Met dank aan collega Luc Gheysens voor het doorsturen van deze info